Onze gemeente kent diverse verenigingen en zangkoren. Gods Woord staat hier centraal, daarnaast is er ruimte voor ontspanning en ontmoeting.
Bibliotheek:
Geopend op woensdagavond van 19:00 uur tot 19:30 uur. Als er dan een kerkdienst of gemeenteavond o.i.d. is, verschuift de bibliotheek naar de donderdagavond.
Crèche:
Tijdens de morgendienst is er gelegenheid om uw kind(eren) naar de crèche te brengen. De crèche is voor kinderen tot 5 jaar. Op de crèche lezen we een Bijbelverhaal, zingen we en kan er gekleurd en gespeelt worden.
Voor vragen kunt u contact opnemen met de volgende personen:
Henriette Marijs
Annerie Baan
Gerdien Meijers
Marlies Schroevers
Verenigingen:
Koren:
Commissies:
Bijbelstudie
Data voor seizoen 2025-2026: 30-10, 27-11, 18-12, 29-1, 26-2, 26-3, 23-4, 28-5, 25-6
Bijbelstudie Romeinen 16:1-16
Korte inleiding
In Romeinen 16:1–16 sluit Paulus zijn brief af met een reeks persoonlijke groeten aan broeders en zusters in Rome. Dit gedeelte lijkt op het eerste gezicht vooral administratief, maar het toont een kostbaar venster op het leven van de vroege kerk. We zien de veelzijdigheid van de gemeente, de betekenis van samenwerking in het evangelie, en de diepe verbondenheid tussen gelovigen. De aandacht voor vrouwen zoals Febe, Priscilla, Maria en Tryfena en Tryfosa laat zien dat de gemeente gedragen wordt door vele dienaren, ieder met zijn of haar eigen gaven. Tegelijk weerklinkt in deze groeten Paulus’ theologie van liefde, dienstbaarheid en eenheid in Christus zoals hij die in de eerdere hoofdstukken heeft uiteengezet. Dit past ook bij onze belijdenis, die de gemeenschap der heiligen benadrukt en leert dat elke gelovige door Christus geroepen is tot dienst aan God en de naaste.
Vragen
1. Wie is Febe (vers 1–2), en wat leert haar rol als “dienares der gemeente” ons over diaconaat en gastvrijheid?
2. Waarom is het belangrijk dat Paulus Febe aanbeveelt? Wat zegt dit over de vertrouwen en verantwoordelijkheid in de kerkelijke gemeenschap?
3. Wat valt op aan Priscilla en Aquila (vers 3–5), en hoe herken je in hun dienstbaarheid de praktijk van “je leven voor broeders geven”? Vergelijk met Joh. 15:9-13.
4. Paulus noemt een gemeente in hun huis (vers 5). Wat zegt dit over de vroege kerk en over de bijbelse omgang van gelovigen met elkaar en over de vormen en structuren van samenkomen? Lees in dit verband NGB art. 27.
5. Paulus roemt verschillende mensen omdat zij “veel gearbeid hebben” (bijv. vers 6). Wat leert dit over arbeid in het Koninkrijk?
6. Wat is volgens HC Zondag 32 het doel van de goede werken?
7. Wat kunnen we leren van het feit dat Paulus zowel mannen als vrouwen prijst om hun arbeid? Vergelijk met Rom. 12:4–8.
8. Waarom noemt Paulus zoveel mensen bij naam? Wat zegt dit over de waarde van ieder gemeentelid binnen de gemeenschap der heiligen?
9. Vers 7 spreekt over Andronicus en Junia als “uitnemende apostelen”. Wat betekent dat, en wat niet? Wat zegt NGB art. 30 over de ambten?
10. Paulus noemt meerdere personen “mijn geliefde” of “geliefden in de Heere”. Wat zegt dit over geestelijke verbondenheid?
11. Wat betekent het om “in de Heere” te arbeiden (vers 12)?
12. Waarom benadrukt Paulus dat sommige mensen met hem in Christus zijn geweest vóór hem (vers 7)? Hoe werkt de tijd mee aan ervaring en dienst in het geloofsleven?
13. Wat zegt vers 16 (“groet elkander met den heiligen kus”) over de eenheid en liefde in de gemeente? Hoe kunnen wij dit vandaag op bijbelse wijze toepassen?
14. Wat leert dit hele gedeelte over hoe de kerk behoort te functioneren als lichaam met vele leden? Lees hierbij HC Zondag 21 vraag en antwoord 55.